Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [67]Ook zal de HEERE [68]den inham [69]der zee van Egypte [70]verbannen, en Hij zal Zijn hand [71]bewegen [72]tegen de rivier, door de sterkte Zijns winds; en Hij zal dezelve slaan in de zeven [73]stromen, en Hij zal maken, [74]dat men [75]met schoenen daardoor zal gaan. 67. Onder verbloemde woorden geeft de profeet te kennen dat alle hindernissen zullen weggenomen worden, die het volk in den weg zouden zijn om tot Christus te komen. Alsof hij zeide: Eer zal de Heere alle wateren, alsook onder anderen de zeven stromen der rivier de Nijl doen opdrogen, eer de loop van het heilige Evangelie zou gestuit of opgehouden worden; gelijk Hij eertijds het Rode meer heeft droog gemaakt, opdat zijn volk droogvoets daardoor zou gaan. 68. Hebreeuws, de tong. 69. Te weten de Rode zee aan Egypte strekkende. 70. Dat is tenietdoen of te schande maken. 71. Anders: opheffen, als dreigende, gelijk boven hfdst.10:, van Assur gezegd wordt. 72. Te weten de Nijl, die zeven uitgangen of stromen had. Doch enigen verstaan hier de rivier de Eufraat, anderen de Jordaan. 73. Het Hebreeuwse woord nachal betekent hier de grachten of diepten, door welke de wateren vlieten; of, den bak, geul of grond der rivier, zijnde als ene vallei, nadat de wateren afgelopen zijn. 74. Of, dat zij; te weten de gelovigen. 75. Versta hierbij, zonder dezelve nat te maken, of zonder dezelve uit te trekken, opdat men ze niet nat make.